zaterdag 15 augustus 2020

Bekladding Indisch monument is grafschennis

De bekladding van het Indisch monument in Den Haag, een dag voor de Nationale Herdenking 15 augustus 1945, is in alle opzichten misselijkmakend en laf. De daders hebben duidelijk geen kaas gegeten van de symboliek van dit monument, en nog minder van de eigen geschiedenis, laat staan van hoeveel het monument en de bijbehorende herdenking betekenen voor mensen met roots in de archipel. 

De actie heeft vooralsnog het tegenovergestelde effect bereikt. Het valt me op dat mensen juist nog meer gemotiveerd zijn om te herdenken, ondanks deze stunt van een paar eencelligen met een verfbus. Weliswaar wordt het dan herdenken in de eigen omgeving, want dat andere virus is er helaas ook nog. 

Zelf heb ik de laatste jaren steeds minder met de fysieke Indiëherdenking, maar dat wil niet zeggen dat ik niet herdenk. Integendeel. Mijn familie herdenk ik ook op andere momenten. Het is belangrijk om de slachtoffers van de Japanse bezetting te blijven herdenken. De geschiedenis van Nederlands-Indië wordt al te vaak weggepoetst. Zoals ik al in eerdere columns zei, heb ik 'de' Indiëherdenking steeds meer kleur zien verliezen. Ik mis de diversiteit van de Indische gemeenschap. Het is een voornamelijk witte aangelegenheid geworden, met kille toespraken van allerlei 'bobo's'. Dezelfde bobo's die verantwoordelijk zijn voor 75 jaar inadequaat beleid op het gebied van o.a. onderwijs, maar vooral qua nooit opgeloste kwesties zoals de backpay.

Ik weet echter dat de herdenking voor heel veel mensen uitermate belangrijk is en dat respecteer ik. Als ik hoor wat mensen hebben doorstaan tijdens (en na) de Japanse bezetting en ik tel daar het oorlogsleed van mijn eigen familie bij op, dan wordt het totaal respectloze van deze actie extra duidelijk. 


Troost

Mensen vinden troost bij elkaar, troost tijdens de plechtigheid van de herdenking. Het monument is hun plek. Toen na de oorlog de grote uittocht begon, moest men alles en iedereen achterlaten: ook de overledenen. Ontheemd zijn is geen lolletje.  Niet iedereen beschikt over voldoende financiële middelen of een goede gezondheid (getuige de vele rollators en rolstoelen bij de herdenkingen) om in Indonesië of Thailand even de oorlogsgraven van  familie te bezoeken. Dan is Den Haag een goed alternatief. Maar daar dachten de actievoerders niet aan.

Ze dachten evenmin aan de pijn die ze vaak toch al getraumatiseerde mensen hiermee hebben bezorgd. Logisch ook, want het slaafs vasthouden aan een op haat gebaseerde ideologie schakelt het empathisch vermogen uit. Het kan hen niets schelen.


Grafschennis

U leest het goed: grafschennis. Men heeft niet alleen de nagedachtenis van oorlogsslachtoffers geschonden, maar min of meer ook fysiek. Aan de achterzijde van het monument is ruimte voor het uitstrooien van as van overledenen. Dat maakt de actie grafschennis. 

Het is onvergeeflijk wat er is gebeurd. Het is misschien een schrale troost, maar veel mensen uit de Oost staan open voor spiritualiteit en geloven in karma. Dus dat komt vroeg of laat heus wel goed. Spiritualiteit en respect voor ouderen zijn overgeleverd via onze Indonesische/Molukse voorouders en voorgoed vastgeklonken in ons Indisch DNA. Daar kan geen verfbus tegenop.


©Anneke van de Casteele