maandag 9 maart 2020

Euforie (of nie)

Een essay over 75 jaar vrijheid

Het vrijheidsgeluid gonst al geruime tijd oorverdovend rond in vrijwel alle media. Je kunt er niet omheen. Zwart-wit beelden van met vlaggetjes wapperende, juichende mensen langs passerende tanks, foto's van breed lachende soldaten, blije bakvissen en verlegen kindersnoetjes. Het zijn beelden die getuigen van euforie na vijf jaar ellende. Ellende die voor Joden, Roma, Sinti, zieken, gehandicapten en bejaarden later aanzienlijk groter bleek te zijn. Het is ellende waarvan al die blije Hollandse gezichten op het moment dat ze op film werden vastgelegd nog geen weet hadden. Media, censuur en propaganda: a deadly combination, fake news avant la lettre. 

Grote afwezige in de media is tot nu toe de Tweede Wereldoorlog 'aan de overkant', die voormalig Nederlands-Indië in zijn greep hield. Media focussen voornamelijk op de dekolonisatieoorlog, maar die kwam toch echt pas nadat de capitulatie van Japan een feit was, waarmee officieel een einde aan de Tweede Wereldoorlog kwam. Oorlog is oorlog, of niet? Kunnen we als nazaten van de voormalige kolonie wel 'vrijheid' vieren?

De overkant
Van euforie was aan 'de overkant' van het koninkrijk, in Nederlands-Indië, geen sprake. In Zuidoost-Azië ging men nog gebukt onder Hitlers bondgenoot Japan. De datum 5 mei 1945 was niet anders dan die van de drie voorgaande jaren. Terwijl het bevrijdingsfeest in Nederland losbarstte, zaten landgenoten in Nederlands-Indië nog steeds gevangen in concentratiekampen, verspreid over de Indische archipel en de rest van Azië. Onder erbarmelijke omstandigheden moest men proberen ziekte en mishandeling te overleven. Was je erin geslaagd buiten de kampen te blijven, dan was je je leven ook niet zeker. Nee, euforie was niet aan de orde.

Ook niet toen Japan capituleerde op 15 augustus 1945. Twee dagen later proclameerde Soekarno onder druk van jonge onafhankelijkheidsstrijders de republiek Indonesië. Euforie? Ehm, nee, wel Bersiap! Een ware volkswoede brak uit die zich met name richtte op Indo's, Molukkers, Chinezen en andere etnische groepen. De bersiap mondde uit in slachtpartijen op duizenden mannen, vrouwen en kinderen. Deze gruwelijke periode is bij het gros van de Nederlanders onbekend. Het onderwijs laat qua koloniale geschiedenis helaas veel te wensen over. Het is dan ook hoog tijd dat het curriculum wordt aangepast. We kunnen ons beter op eerlijker onderwijs concentreren, in plaats van met elkaars egootjes en plein public te bakkeleien over vier voorbije eeuwen waar we toch niets meer aan kunnen veranderen zonder teletijdmachine. 

In het verlengde van de Tweede Wereldoorlog
De daaropvolgende jaren werden voorgoed getekend door de slachtoffers van de dekolonisatieoorlog - aan beide zijden, waarbij Nederlands militair ingrijpen uiteindelijk de meeste slachtoffers op het geweten had in een vergeefse poging om het winstgevende paradepaardje van de Nederlandse kolonies te behouden. Nederland boog uiteindelijk in 1949 voor de internationale druk, maar bleef een vinger in de rijstepap van Nieuw-Guinea houden tot 1962. Ook ver na de Tweede Wereldoorlog bleven het roerige, angstige tijden, met name voor degenen die zo lang mogelijk op hun geliefde geboortegrond trachtten te blijven. Dat laatste wordt nogal eens vergeten.

Vrijheid is relatief
Wat vrijheid is voor de één, is dat niet altijd voor de ander. Kolonialisme is nooit goed te praten. NOOIT, met hoofdletters. Het systeem was door en door rot, racistisch en wreed. Elk weldenkend mens die zich in de geschiedenis van de archipel verdiept, ziet dat. Niemand ontkent dat ook. Dat wil echter niet zeggen dat elk mens dat in zo'n systeem geboren werd automatisch ook rot was. Het is wel heel erg gemakkelijk en kortzichtig om iedereen over dezelfde koloniale kam te scheren. Je kunt niet bepalen in welk land of gezin je geboren wordt. Je kunt niet je eigen etniciteit bepalen. Het is daarom volslagen idioot om een hele bevolkingsgroep weg te zetten als hoofdschuldige aan het systeem of als verrader. De hoofdschuldigen van het koloniale systeem zetelden toch echt in het verre Nederland en in de Nederlandse toplaag van het Nederlands-Indisch gouvernement. Wat je zelf nog enigszins kunt bepalen is hoe je je opstelt binnen het systeem waarin je bent geboren en getogen, of liever: wat voor mens je in essentie bent. Niet elke Europese wieg in Indië bevatte een meedogenloze slavendrijver, net zo min als dat elk Indonesisch gezin een moedige vrijheidsstrijder voortbracht of dat elk Japans kind standaard een kampbeul werd.

Dit jaar staat in het teken van 75 jaar vrijheid: 1945 markeert het einde van de bezetting van het koninkrijk. We vieren het einde van de Tweede Wereldoorlog, hoewel de media tot nu toe nauwelijks oog hebben voor de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. De nadruk ligt op de bezetting van Nederland door de Duitsers. We zijn het gewend. En als een verdwaalde krant of talkshow er onverhoopt aandacht aan besteedt, wordt er verontschuldigend en vanuit een politiek correcte mea culpa drang van alles bijgehaald dat afleidt van die Tweede Wereldoorlog: van VOC tot Tempo doeloe. Het past bij de beginnersfout van met name derde generatie Indo's (en een handjevol van de tweede) die op zoek gaan naar hun roots of zich er in verdiepen, zich dan een hoedje schrikken van de inktzwarte koloniale geschiedenis en die vervolgens een standpunt zoeken waarmee ze zich veilig aan de 'goede' kant van de geschiedenis willen profileren. Sommigen slaan daar volledig in door. Het kiezen van één kant betekent vaak dat alleen die kant goed is en de andere kant wordt aangevallen. Iedereen wil hetzelfde wiel tot vervelens toe opnieuw uitvinden. Het zet geen zoden aan de dijk. Er zitten altijd meerdere kanten aan een verhaal. Dat heet nuance.

'Niet elke Europese wieg in Indië bevatte een meedogenloze slavendrijver, net zo min als dat elk Indonesisch gezin een moedige vrijheidsstrijder voortbracht of dat elk Japans kind standaard een kampbeul werd.' 

Indisch
Wie zich beperkt tot één kant van de geschiedenis, heeft een eenzijdig beeld ervan en doet zichzelf tekort. Je gaat daarmee voorbij aan je eigen geschiedenis en die van de mensen die jou hebben voortgebracht, Europees én Indonesisch. Dat er Indo's zijn die zichzelf niet 'Indisch' willen noemen omdat die term 'koloniaal' zou zijn, is treurig. De oorsprong kan stammen uit een koloniaal verleden waarmee je niet geassocieerd wilt worden. Dat betekent echter niet dat door het mijden van de term 'Indisch' het koloniale deel van je geschiedenis er ineens niet meer is. Door eenzijdig naar de geschiedenis te kijken, zet je jezelf bij voorbaat buitenspel.

Je bent in de eerste plaats natuurlijk gewoon mens, aardbewoner. 'Indisch' is een toegevoegde waarde. Het betekent niet dat je het racistische koloniale systeem van toen niet afkeurt, integendeel. Het getuigt van zelfrespect. Respect voor je afkomst, voor de vechters die ervoor gezorgd hebben dat jij bestaat. 'Indisch' is juist iets om trots op te zijn. Het zegt in een notendop dat je afstamt van moedige vrouwen en mannen die de zwaarst denkbare tegenslagen hebben doorstaan. Het zijn onze (voor)ouders die zich staande moesten houden in een wereld van racisme en apartheid. Het zijn de mensen die Jappenkampen al dan niet hebben overleefd, die eigenlijk twee opeenvolgende oorlogen hebben doorstaan, om vervolgens hier in Nederland 75 jaar lang de underdog te zijn. Het zijn sterke mensen geweest, generatie op generatie. Als er dan toch zo nodig een labeltje op moet, dan draag ik het met trots en respect.

Oorlog, handelsgeest en media
Het eindeloos uitvinden van het wiel in de media leidt af van waar het dit jaar om gaat. En dat komt de Staat prima uit, want de zorgvuldig gevulde doofpotjes waar 'Indisch rechtsherstel' op staat, hoeven dan niet open. De Japanse bezetting wordt door nota bene Indo's zelf naar de achtergrond verdrongen als ze in de media eindelijk even een podium krijgen, terwijl Nederland juist een chronisch gebrek aan kennis hierover heeft (niet in de laatste plaats dankzij het onderwijs). Onwetende kijkers en lezers blijven achter met een totaal vertekend beeld. Die hele kolonialisme discussie is bijvoorbeeld in 2002 ook al uitgebreid gevoerd, toen 400 jaar VOC werd herdacht. Maar ook in 1995, toen 50 jaar vrijheid c.q. Indonesische onafhankelijkheid werd herdacht. En net als in 1860 toen Multatuli wakker werd. Het is prima om niet in slaap te dommelen en om een en ander nogmaals onder de loep te nemen, maar het gaat dit jaar voornamelijk over een ander onderwerp.

Speel de media niet in de kaart om de aandacht af te leiden van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië en het daaruit voortvloeiende uitgebleven rechtsherstel van de Indische gemeenschap*. Het afleiden van het oorlogsleed van de Japanse bezetting is een vrijbrief voor de Staat om haar verantwoordelijkheid te blijven ontlopen - en niet te hoeven uitbetalen wat zij de Indische gemeenschap al 75 jaar schuldig is. Ook daarom is het woord 'Indisch' belangrijk. 

Hoe dan met Japan?
Focus op de Tweede Wereldoorlog, als je durft. Heb liever eindelijk eens het lef om in het kader van 75 jaar vrijheid écht over de oorlog in de Oost, die bij de rest van Nederland volslagen onbekend is, te praten. Bespreek de gruwelen van de Jappenkampen, benoem het Japanse systeem van dwangprostitutie eens of kaart het hardnekkig blijven ontkennen door Japan van haar oorlogsmisdaden aan. Laat lezers en kijkers voor eens en voor altijd weten hoe de oorlog dáár is geweest.  Zodat we de betekenis van 15 augustus niet tot in den treure hoeven uit te leggen.

Heb het er liever eens over hoe voor Nederland de handelsrelatie met Japan al 75 jaar prevaleert boven het oorlogsleed van de Indische gemeenschap, met als meest recent voorbeeld de schaamteloze verkoop van het Nederlandse Eneco aan Mitsubishi, het Japanse bedrijf dat ook Nederlandse krijgsgevangenen slavenarbeid liet verrichten. Excuses worden een voorzichtige, vrijblijvende suggestie voor de Japanse multinational in plaats van de verkoopvoorwaarde die het eigenlijk had moeten zijn. Compensatie is niet eens in beeld. Zonder de protesten uit Indische hoek was er niet eens een voorzichtige suggestie geweest.

Alles voor de handel. Als de Olympische Spelen straks in Tokio van start gaan, roepen we allemaal vrolijk dat sport verbroedert en vergeten we voor het gemak even hoeveel miljard dat evenement voor alle betrokken partijen oplevert (naast een imago boost voor het gastland). 

We sluiten dan ook meteen maar de ogen voor de controversiële Japanse 'Rijzende zon' vlag die straks ondanks alle kritiek gehesen gaat worden. Van 1870 tot 1954 was dit de officiële vlag van het keizerlijke Japanse leger. Tegenwoordig is het de favoriete vlag van ultrarechts Japan. De vlag staat symbool voor het oorlogsleed dat Japan miljoenen mensen heeft berokkend. Maar het gaat om de sport, hoor, vooral niet om geld of politiek.

Indonesië
Een handelsrelatie bestaat ook met Indonesië. Wie durft tijdens een staatsbezoek annex handelsmissie in Indonesië te informeren naar de verdwenen scheepswrakken van de Slag in de Javazee? Dat zijn officieel Nederlandse oorlogsgraven die een volgens internationaal recht beschermde status genieten. Maar ze zijn wél weg, illegaal geborgen en verkocht als oud schroot. De Indonesische autoriteiten verleenden bergingsvergunningen die ze officieel niet mochten geven. Handelspartner Indonesië gaat het niet leuk vinden als je haar daarover aan de tand voelt. En dat willen we niet. Vermijd dus ook vooral de woorden 'bersiap', 'RMS' en 'Papua', want dat schaadt ongetwijfeld de handelsrelatie (of het geïdealiseerde beeld van het land Indonesië dat sommigen verwarren met het regime, maar dit terzijde).

Blinde vlek
Zo zijn er verschillende kwesties die na de oorlog nooit naar behoren zijn opgelost. De grote blinde vlek in discussies is steeds de onaantastbare handelsgeest van Nederland, die nog steeds rondspookt om de kinderen en kleinkinderen van de voormalige kolonie tegen elkaar uit te spelen. En hoe 'woke' je ook pretendeert te zijn, zoals dat tegenwoordig zo trendy heet, je trapt er keihard in zodra je je eigen afkomst aan de wilgen hangt. Of je het leuk vindt of niet, we hebben allemaal ook Nederlandse of andere Europese voorouders. En de lachende derde die toekijkt hoe verdeeld de Indische gemeenschap is? Juist. 

'De onaantastbare handelsgeest van Nederland spookt nog steeds rond om de kinderen en kleinkinderen van de voormalige kolonie tegen elkaar uit te spelen.'

Ieder z'n feestje
Onze families kenden geen euforie van een bevrijdingsfeest, maar rolden van de ene ellende in een andere. En 15 augustus dan, de dag dat de Japanse bezetter capituleerde, is dat dan geen reden voor een Indisch bevrijdingsfeest? Nou, voor 'ons' is dat meer een dodenherdenking, geen feest. In Indonesië vieren ze hun onafhankelijkheid op 17 augustus. Terechte euforie. Ik gun ieder z'n feestje ook al is het niet het mijne, zowel Nederland als Indonesië. Maar ik hoef er niet zo nodig bij te zijn, dat is ook vrijheid. 

Nederland heeft 75 jaar lang de openstaande schuld aan de Indische gemeenschap genegeerd, waardoor er ook in 2020 niet écht vrijheid gevierd kan worden door Indisch Nederland. Geen excuses, geen rechtsherstel, geen compensatie voor oorlogsschade, enkel 75 jaar struisvogelpolitiek van opeenvolgende kabinetten, met het heilige winstoogmerk nog immer hoog in het vaandel. Want stel je voor dat de Staat daadwerkelijk alles waar die Indo's recht op hebben zou moeten terugbetalen... Poeh poeh, dat zou een aardige duit gaan kosten. Dat kunnen we niet hebben. Dan maar hier en daar in het kader van 'collectieve erkenning' een afkoopsommetje uitdelen, liefst met een irreële peildatum, dat is goedkoper. En verder elke kwestie doodzwijgen. Je komt er tenslotte minstens 75 jaar mee weg. Tel uit je winst.

Vrijheid
De nasleep van de Tweede Wereldoorlog is voor een groot deel van de Indische gemeenschap nog altijd pijnlijk voelbaar. Juist in 2020, waarin 5 mei het stralende middelpunt is en 15 augustus enkel betekenis heeft voor degenen met roots in het voormalig Nederlands-Indië. Zolang de Indische en Molukse kwestie niet wordt opgelost, rest velen dit jaar slechts het gedenken van 75 jaar voortdurende krijgsgevangenschap van ouders en grootouders. 'Vrijheid vieren' blijft dan voor ons 'herdenken'. 

©Anneke van de Casteele



*Indische gemeenschap omvat alle etniciteiten die in de voormalige kolonie aanwezig waren, dus niet alleen Indo's, maar ook Molukkers, Chinezen, Papoea's, Menadonezen, Toegoenezen en vele anderen.

Sigajang Laleng Lipa (ook wel Sitobo Lalang Lipa), Buginees ritueel gevecht uit Zuid-Sulawesi. Beide strijders worden in één sarong gehuld, waarbij een gevecht op leven en dood volgt. Het is het laatste redmiddel om een conflict op te lossen. De uitkomst is allesbepalend: één van beiden kan het overleven, of allebei. De kans bestaat ook dat beide strijders sterven. Na het duel wordt het conflict 'gearchiveerd' en behoort het voorgoed tot het verleden: men mag dus ook geen wrok koesteren. De sarong is een symbool van eenheid in de Bugis cultuur. De essentie in dit rituele gevecht is zelfrespect. Als men geen zelfrespect heeft, wordt men niet als mens beschouwd. Zelfrespect is belangrijker dan het leven zelf.