zondag 11 augustus 2019

Een Indische schaduw

Herinneren
Als augustus aanbreekt, dienen zich automatisch allerlei herinneringen aan. Eigenlijk doen ze dat altijd wel, maar in augustus is het altijd erg druk in mijn hoofd. Het is natuurlijk ook een maand vol herdenkingen, tenminste, als je iets met Indië hebt. De hoofdrolspelers in de herinneringen die deze maand bij mij oproept zijn veelal familieleden, mensen die ik gekend heb en die indruk op mij hebben gemaakt. Zo dwaalden vandaag mijn gedachten af naar een man die ik nog altijd mis. In één seconde was ik terug in Den Haag, een jaar of twintig geleden.

Het was druk bij de tramhalte. Mijn oom bracht mij na vrijwel elk bezoek, zoals het een echte Indische gentleman betaamt, netjes naar Den Haag Centraal. 
'Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.'
Ik had geen bezwaar tegen mijn struise bodyguard. Ondanks zijn hoge leeftijd en zijn wat moeizame tred was mijn vaders oudste broer nog altijd een verschijning die met zijn rijzige gestalte vanzelf respect afdwong. Hij was voor de duvel niet bang en al helemaal niet voor luidruchtige trampassagiers of opgeschoten gespuis. 

De paar met graffiti bekladde bankjes in het wachthokje waren al bezet toen we ons bij de wachtenden voegden. Een jonge man vouwde zijn krant op en bood mijn oom beleefd zijn zitplaats aan. 'Wilt u zitten, meneer?'
Een paar oude Indische ogen die in al die jaren al meer hadden gezien dan menigeen lief zou zijn, keken de man resoluut aan. 
'Nee dank u, meneer. Ik heb al drie jaar gezeten. In Japan.'
Hetzelfde ritueel herhaalde zich nadien in de tram meestal nog een keer of twee. Mijn oom bleef staan. Ook in de tram. Hij hield zich dan extra stevig vast en staarde strak naar buiten. Naar wat zich werkelijk zoal voor zijn ogen voltrok, kon ik toen slechts gissen. 

Zo ging het altijd. En altijd weer liet hij de goedbedoelende reizigers verbouwereerd achter. Zij begrepen de oude Indischman niet en dachten vast dat hij maar wat kletste. Als Indisch kind begreep ik uiteraard dat hij doelde op de oorlog. Maar het zou nog jaren duren voordat het écht bij mij binnenkwam. Ik heb het geweten.

Het 'Indisch zwijgen' was ook mijn oom niet geheel vreemd. Pas op hoge leeftijd liet hij zich soms het een en ander ontvallen over zijn oorlogstijd in Japanse krijgsgevangenschap. Dat gebeurde vaak op de meest onverwachte momenten, meestal als hij even rustig op een bankje zat in Kijkduin of tijdens het oppeuzelen van zijn Indische maaltijd. Dan scheen hij plots een flashback te krijgen die hem zodanig leek te kwellen dat die er per se uit moest. Pas dan had hij de spoken uit het verleden bedwongen en kon hij weer zijn oude vrolijke zelf zijn. 

Zo floepte er tijdens een etentje waarbij het gesprek over Hollandse koetjes en kalfjes ging, er ineens uit dat hij 'daar' was toen 'de bom' viel. Flarden van gruwelijke herinneringen aan de meest wrede uitvinding in de geschiedenis van de mens overspoelden de eettafel, om vervolgens weer voor onbepaalde tijd weg te ebben, plaats makend voor lemper en stilzwijgen.

Mijn oom was een bijzonder mens. Hij was een hibakusha, het Japanse woord voor slachtoffer of overlevende van de Amerikaanse atoombommen. De schaduw van Hiroshima heeft hem noch mij echter nooit meer verlaten. Ook al is hij mij reeds jaren geleden ontvallen, zijn no-nonsense spirit, humor en veerkracht leven voort.

Vele jaren later had ik het voorrecht om nog zo'n bijzonder mens te leren kennen. Ik werd gevraagd om een gedicht uit het Engels te vertalen ter gelegenheid van een herdenking voor de slachtoffers van de atoombom op Nagasaki. De schrijver van het gedicht, Rudi Hoenson (96) is eveneens een hibakusha. Hij overleefde de atoombom van Nagasaki, waar hij drie jaar als krijgsgevangene dwangarbeid moest verrichten op de scheepswerven van Mitsubishi. Het kamp waar hij geïnterneerd was, Fukuoka 14, bevond zich midden in het rampgebied. Wat daar gebeurd is op 9 augustus 1945, drie dagen nadat de eerste atoombom, 'Little Boy' Hiroshima verwoestte, is onmenselijk gruwelijk. Dat er buiten de Japanse slachtoffers ook geallieerde krijgsgevangenen slachtoffer werden van de twee atoombommen, wordt helaas maar al te vaak vergeten. De tweede atoombom, 'Fat Man', tekende Nagasaki én Rudi voor het leven, zoals Hiroshima dat van mijn oom heeft getekend. Wij kunnen ons de verschrikkingen die zij hebben doorstaan niet of nauwelijks voorstellen, al doen we nog zo ons best.

Herdenken
Indische ogen vertellen wat de mond niet zeggen kan. Veel oorlogsslachtoffers krijgen op latere leeftijd opnieuw te maken met hun oorlogstrauma's. Nachtmerries, angsten en depressies eisen alsnog meedogenloos hun tol - met rente. Verwerking van trauma's is voor ieder mens anders, elk mens is immers een individu. Mijn oom verwerkte zijn trauma's in stilte, tot hij niet langer kon zwijgen. Vrijwel niemand wist van zijn doorstane pijn en ellende. Voor Rudi betekende het schrijven van een gedicht verwerking en tevens vestigt hij er de aandacht mee op de geallieerde slachtoffers van Nagasaki. Door over zijn ervaringen te vertellen geeft hij zijn verhaal en dat van zijn mede-krijgsgevangenen door aan de volgende generaties.

Ik ben er van overtuigd dat herdenken vaak rust kan geven en op een positieve manier kan bijdragen tot verwerking van oorlogstrauma's. Herdenken is daarnaast onmisbaar voor de historische overdracht, met name als het gaat om de kennis van ons Indisch verleden. Want daarmee is het bedroevend slecht gesteld. Daar durf ik gerust een weddenschap tegenaan te gooien. 

In mijn directe omgeving heb ik het afgelopen jaar iedereen enigszins gepolst over de bij hen aanwezige kennis van het Indische deel van onze geschiedenis. Of liever, de afwezigheid ervan. Een kop thee en een goed gesprek zijn daarbij een goede combinatie gebleken. Er is echt geen riant gesubsidieerd onderzoek voor nodig om te peilen waar de schoen wringt. Zo was 'Hiroshima' wel bekend, maar de aanleiding voor de atoombom niet en 'Nagasaki' riep al helemaal geen herkenning op. Wat mij nog het meest opviel was dat niemand (!) wist wat er op 15 augustus herdacht wordt. Zeer pijnlijk. 'Nederlands-Indië een voormalige kolonie? Nooit geweten.' 

Dat onderwijs de grote boosdoener is behoeft geen verdere uitleg. De mensen met wie ik heb gesproken brachten dat zelf ook steeds naar voren. De media zouden overigens ook best een opfriscursus kunnen gebruiken, sowieso als het om herdenken gaat. Jaarlijks zien we bijvoorbeeld wel Hiroshima voorbijkomen, maar voor Nagasaki is nauwelijks tot geen aandacht,. Ook dit jaar bleef het stil in de Nederlandse media. Nagasaki wordt meestal in één adem genoemd met Hiroshima and that's it (enkele uitzonderingen uit het verleden daargelaten). Over de geallieerde slachtoffers van beide atoombommen wordt eveneens gezwegen. Ik vind dat buitengewoon onacceptabel. 

Schaduwen
Zoals Nagasaki in de donkere schaduw van Hiroshima wordt geduwd, verdwijnt 15 augustus achter de coulissen van 5 mei. Op 15 augustus gaat het leven in Nederland gewoon door, terwijl wij allen wel dienen stil te staan bij (4 en) 5 mei. Dat laatste is natuurlijk niet het issue hier, integendeel. Het gaat mij er juist om dat 15 augustus voor heel Nederland een speciale herdenkingsdag wordt, niet enkel voor degenen die 'iets met Indië hebben'. En dat mag ook best na bijna 75 jaar. Al was het alleen maar uit respect voor wat de slachtoffers van de Japanse bezetting hebben moeten doorstaan. 

Gelukkig zijn er heel veel lokale herdenkingen in het land, maar het herdenken beperkt zich grotendeels tot direct betrokkenen. En ja, er is een TV-uitzending, maar de media-aandacht is nog steeds Klein Duimpje vergeleken bij de reuzen van 4 en 5 mei. Gooi die BV Nederland nu eens gewoon dicht op 15 augustus, voor mijn part ook eens in de vijf jaar, net als bij 5 mei. Begin er maar in 2020 mee, als het 75 jaar geleden is dat er 'officieel een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden'. Wordt het niet eens tijd dat het Indisch verleden uit de schaduw van dit Koninkrijk treedt? 

Als je de herdenking presenteert als 'Nationale herdenking 15 augustus 1945', zorg er dan ook potdorie voor dat het een echte nationale herdenking wordt, voor elke Nederlander, ongeacht afkomst. Anders staat het woord 'nationale' daar gewoon maar wat te staan en wordt de melati gewoon zomaar een leuk bloempje.

©Anneke van de Casteele