zondag 13 december 2020

Kerstgedachten

De donkere dagen voor kerst lijken duisterder dan ooit. Net als een eeuw geleden grijpt een hardnekkig virus meedogenloos om zich heen, wereldwijd. De moderne mens wordt geconfronteerd met zijn eigen kwetsbaarheid en weet zich daardoor geen houding te geven, waardoor het virus zich nog sneller kan verspreiden. We weten heel goed hoe we het virus eronder kunnen krijgen, maar we houden ons veel liever krampachtig vast aan zaken die ons een gevoel van (schijn)veiligheid geven, zoals kerstmis, vuurwerk en shoppen. We gaan immers liever naar een feestje dan dat we onze eigen sterfelijkheid onder ogen durven te zien - en die van anderen. Bijgaand twee gedichtjes die ik schreef in deze donkere dagen.

Het leven is kostbaar. En kwetsbaar. Blijf gezond en heb het leven lief. Ik wens iedereen een veilige kerst toe en een gezond nieuwjaar.

©Anneke van de Casteele




zaterdag 15 augustus 2020

Bekladding Indisch monument is grafschennis

De bekladding van het Indisch monument in Den Haag, een dag voor de Nationale Herdenking 15 augustus 1945, is in alle opzichten misselijkmakend en laf. De daders hebben duidelijk geen kaas gegeten van de symboliek van dit monument, en nog minder van de eigen geschiedenis, laat staan van hoeveel het monument en de bijbehorende herdenking betekenen voor mensen met roots in de archipel. 

De actie heeft vooralsnog het tegenovergestelde effect bereikt. Het valt me op dat mensen juist nog meer gemotiveerd zijn om te herdenken, ondanks deze stunt van een paar eencelligen met een verfbus. Weliswaar wordt het dan herdenken in de eigen omgeving, want dat andere virus is er helaas ook nog. 

Zelf heb ik de laatste jaren steeds minder met de fysieke Indiëherdenking, maar dat wil niet zeggen dat ik niet herdenk. Integendeel. Mijn familie herdenk ik ook op andere momenten. Het is belangrijk om de slachtoffers van de Japanse bezetting te blijven herdenken. De geschiedenis van Nederlands-Indië wordt al te vaak weggepoetst. Zoals ik al in eerdere columns zei, heb ik 'de' Indiëherdenking steeds meer kleur zien verliezen. Ik mis de diversiteit van de Indische gemeenschap. Het is een voornamelijk witte aangelegenheid geworden, met kille toespraken van allerlei 'bobo's'. Dezelfde bobo's die verantwoordelijk zijn voor 75 jaar inadequaat beleid op het gebied van o.a. onderwijs, maar vooral qua nooit opgeloste kwesties zoals de backpay.

Ik weet echter dat de herdenking voor heel veel mensen uitermate belangrijk is en dat respecteer ik. Als ik hoor wat mensen hebben doorstaan tijdens (en na) de Japanse bezetting en ik tel daar het oorlogsleed van mijn eigen familie bij op, dan wordt het totaal respectloze van deze actie extra duidelijk. 


Troost

Mensen vinden troost bij elkaar, troost tijdens de plechtigheid van de herdenking. Het monument is hun plek. Toen na de oorlog de grote uittocht begon, moest men alles en iedereen achterlaten: ook de overledenen. Ontheemd zijn is geen lolletje.  Niet iedereen beschikt over voldoende financiële middelen of een goede gezondheid (getuige de vele rollators en rolstoelen bij de herdenkingen) om in Indonesië of Thailand even de oorlogsgraven van  familie te bezoeken. Dan is Den Haag een goed alternatief. Maar daar dachten de actievoerders niet aan.

Ze dachten evenmin aan de pijn die ze vaak toch al getraumatiseerde mensen hiermee hebben bezorgd. Logisch ook, want het slaafs vasthouden aan een op haat gebaseerde ideologie schakelt het empathisch vermogen uit. Het kan hen niets schelen.


Grafschennis

U leest het goed: grafschennis. Men heeft niet alleen de nagedachtenis van oorlogsslachtoffers geschonden, maar min of meer ook fysiek. Aan de achterzijde van het monument is ruimte voor het uitstrooien van as van overledenen. Dat maakt de actie grafschennis. 

Het is onvergeeflijk wat er is gebeurd. Het is misschien een schrale troost, maar veel mensen uit de Oost staan open voor spiritualiteit en geloven in karma. Dus dat komt vroeg of laat heus wel goed. Spiritualiteit en respect voor ouderen zijn overgeleverd via onze Indonesische/Molukse voorouders en voorgoed vastgeklonken in ons Indisch DNA. Daar kan geen verfbus tegenop.


©Anneke van de Casteele




woensdag 12 augustus 2020

Handen af van de Indië-herdenking!

 Het jaar 2020 zou een belangrijk jaar zijn voor Indisch Nederland. Het is 75 jaar geleden dat er een einde kwam aan de Japanse bezetting van voormalig Nederlands-Indië. Daarmee eindigde ook de Tweede Wereldoorlog voor het koninkrijk der Nederlanden. Helaas markeert 2020 ook het 75e jaar van de niet afgeloste schuld aan de Indische gemeenschap. Het betekent ook 75 jaar van stelselmatig geschoffeerd te worden door de overheid, met als pijnlijke klap op de vuurpijl de excuses van de koning aan Indonesië tijdens het staatsbezoek in maart. De Indische gemeenschap in Nederland daarentegen wacht al 75 jaar tevergeefs op excuses, als dank voor hun loyaliteit aan dit land, vlag en koningshuis. 

Het is ook het 75e 'jubileum' van het Indische vechten tegen de Hollandse bierkaai: de staat der Nederlanden heeft zich op alle mogelijke manieren (vooral  juridisch) ingedekt tegen claims van gedupeerden en nabestaanden. Google maar eens op ‘backpay’. En dat is slechts één voorbeeld in een beschamend grote collectie staatsblunders.

We kijken terug op maar liefst 75 jaar (over)gedragen oorlogsleed. Leed dat dankzij het 'gedegen' Nederlandse onderwijs niet of nauwelijks bekend is, laat staan dat iemand zonder Indische roots stilstaat bij 15 augustus. 


Uitgummen

Het uitgummen van Nederlands-Indië, haar geschiedenis en haar nazaten heeft een nieuw dieptepunt bereikt. Nu moet de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 (de Indië-herdenking) eraan geloven. Volgens sommigen is de Indië-herdenking niet meer van deze tijd en nodig aan hervorming toe. Ook Indonesiërs moeten volgens hen worden herdacht. In de uitzending van Nieuwsuur op 11 augustus 2020 werden een paar ‘Indië-kenners’ opgevoerd. Van de heer Bot kan ik me dat predikaat nog voorstellen, maar de andere twee hebben duidelijk de klok horen luiden, zonder te weten waar de klepel hangt. Deze pseudo-kenners spreken in elk geval NIET namens mij en evenmin hebben zij überhaupt enige millimeter mandaat van de Indische en Molukse gemeenschap.

De Indië-herdenking gaat niet over kolonialisme. Hij gaat ook niet over het lot van de romoesja’s (hoe gruwelijk ook) en al helemaal niet over Indonesiërs. Daarvoor moet je bij Indonesië zijn. Soekarno ronselde honderdduizenden romoesja’s voor de Japanners. Ga dat maar eens in Jakarta aankaarten. En als je er dan toch bent, neem dan meteen even de mensenrechtenschendingen van Indonesië mee, de kolonisatie en onderdrukking van de Molukken, West Papoea en Atjeh. 


Wit

De Indië-herdenking op 15 augustus hoort 'van ons' te zijn. We herdenken overleden familieleden die onder de terreur van de Japanse bezetter zijn bezweken. We herdenken het leed dat onze families is aangedaan. Dat gum je niet zomaar uit. Voor dat Indisch monument is trouwens jaren geknokt. Pas in 1988 werd het gerealiseerd, 43 jaar na de oorlog. We hebben de Indië-herdenking de afgelopen jaren al steeds witter zien worden. Genoeg is genoeg. Vraagt men zich soms ook af of de 4 mei-herdenking niet meer van deze tijd is? Als je dan zo graag wilt hervormen, dan pas je 4 mei toch aan en herdenk je ook de NSB-ers en Duitsers? Kortom: je blijft met je handen af van de Indië-herdenking op 15 augustus. Hervormen? Inclusiever? Prima: maak de herdenking weer Indisch en geef ruimte aan Molukkers, Papoea's, Chinezen, Toegoenezen en aan alle andere etnische groepen uit Nederlands-Indië die voor hun koningin geleden hebben onder de Japanners en die jarenlang niet werden meegenomen in deze herdenking.

Als de koning straks een toespraak houdt bij het Indisch monument, dan hoop ik dat de kijkers thuis ook even denken aan koningin Wilhelmina. Op 8 december 1941 verklaarde zij de oorlog aan Japan en riep zij de onderdanen in Indië op om te vechten, in de wetenschap dat de krijgsmacht al jaren wegbezuinigd was, waardoor het bij voorbaat een verloren strijd zou zijn. 

Denk dan ook even aan de nasleep van de oorlog: aan alle ellende die onze ouders en familie hebben ondergaan, bijvoorbeeld de wanstaltig slechte opvang in Nederland. Om van de opvang van hun Molukse lotgenoten in o.a. ex-concentratiekampen Westerbork en Vught nog maar niet te spreken.

Ach, na 15 augustus gaat iedereen weer over tot de orde van de dag, tot men twee dagen later wat onwetende Indo jeugd met een volmondig 'merdeka' de merah putih ziet posten op instagram. Welkom 75 jaar bersiap. 


Boksbal

Hoe vaak en hoe hard moet de Indische gemeenschap nog vernederd en geslagen worden door de Nederlandse overheid? Was op 8 maart jl. niet symbolisch de oorlog verklaard aan de staat? Gaan we nu op 15 augustus de volgende vernedering slikken bij het Indisch monument dat elk jaar minder Indisch wordt, totdat de herdenking verdwijnt en opgaat in 4 en 5 mei? Gaan we door totdat men ons volledig heeft uitgegumd? 

Natuurlijk doen we dat. We slikken de vernedering wel weer weg met tjendol en spekkoek. En daarna gaan we naar de pasar malam. Terwijl we eigenlijk op 15 augustus bij dat Indisch monument massaal als een muur om de laatst levenden van onze 1e en 2e generatie zouden moeten gaan staan om hen te beschermen tegen de zoveelste vernedering, tegen de onoprechte toespraken van politici die ons voor het 75e achtereenvolgende jaar hebben ontrecht en genegeerd. Eigenlijk zou, hypothetisch gezien, hén moeten worden verboden om op 15 augustus bij 'ons' Indisch monument in de buurt te komen. Maar dat doen wij niet, want we hebben immers een beleefd, onderdanig imago. En we hebben ons zó netjes aangepast! 

Wim Kan zei ooit over de beruchte Birmaspoorweg: "Er leven haast geen mensen meer die het kunnen navertellen." Nog even en er leeft niemand meer die zich de Indische gemeenschap nog kan herinneren. En dat hebben we zelf toegelaten.


©Anneke van de Casteele



zaterdag 20 juni 2020

Hier stond ooit JP Coen

"Hier stond ooit J.P. Coen,
'Held' met bebloed blazoen"

 Een bordje met bovenstaande tekst zou niet misstaan naast of op zijn lege sokkel. Nog mooier zou een extra regel zijn: "Dit voormalige symbool van Nederlands imperialisme is verplaatst naar de kelder van het Westfries museum, een eindje verderop."

Ah, wishful thinking... Het zou betekenen dat de gemeente Hoorn haar bezoedelde koloniale erfenis eindelijk onder ogen zag en de voorkeur zou geven aan het streven naar een inclusieve, racismevrije samenleving, in plaats van aan het voortzetten van de nietsontziende goudhonger van de vermaledijde Jan Pieterszoon Coen (JP voor intimi). De gemeente zou de eer aan zichzelf kunnen houden door het beeld aan een museum te schenken. Hoorn zou hierin een voorbeeldfunctie kunnen vervullen voor Nederland, Europa en de wereld. 

Hoorn is echter dol op toerisme. Het maakt schijnbaar niets uit of er sinds de plaatsing van het (overigens spuuglelijke) standbeeld in 1893 tot op de dag van vandaag forse kritiek is. De felbegeerde euro's van de nietsvermoedende toerist hebben de prioriteit. Dat in 2012 geplaatste 'infobordje' helpt niet tegen de controverse, gezien de vele selfies die men er maakt, vrolijk poserend met de 'Slachter van Banda'. 'Arme' JP. Tot in de dood wordt hij nu geëxploiteerd door zijn stadsgenoten, zoals hij zijn medemens ooit exploiteerde. Karma, it is a bitch. In elk geval kan hij tenminste nog rekenen op een bloemetje van zijn fanclub. Als JP zou weten dat deze aangevoerd wordt door nota bene een Indo, zou hij hem waarschijnlijk een afranseling geven waarbij de geseling van Saartje Speckx spontaan zou verbleken. 

Minder leuk is het feit dat Indische leden van de JP-fanclub het licht zelfs na 400 jaar nog steeds niet hebben gezien en als slaafse schoothondjes achter hun  'populiste homéopathiquement dilué' aan keffen. Zodra het licht hun reebruine ogen bereikt, zou het hen sieren solidariteit te tonen met Molukkers, Papoea's en andere mede-nazaten van voormalig Nederlands-Indië - en andere (al dan niet voormalige) kolonies als Suriname en de Antillen. Trots zijn op je Nederlandse roots is prima, niks mis mee. Maar trots zijn op de wandaden van foute koloniale kopstukken is het openlijk verloochenen van je Indonesische roots, je geschiedenis en je Nederlands-Indische identiteit. Opkomen voor je (ontnomen!) rechten als Indische Nederlander is iets anders dan het schaamteloos flirten met ultra-rechts. Daarmee speel je je ex-kolonisator in de kaart in zijn verdeel-en-heers spelletje. Zoals de grootste vredesactivist sinds het begin van onze jaartelling ooit zei: "Vergeef hen, want zij weten niet wat zij doen." Of geef hen een fatsoenlijk geschiedenisboek.

Coen staat daar best een beetje sukkelig op zijn antieke sokkel controversieel te wezen. Hij heeft zijn 'beste' tijd reeds lang gehad. En dat geldt ook voor vergelijkbare stenen, bronzen en ijzeren piraten, koningen en koopmannen uit de meest schaamtevolle periode van de Europese geschiedenis. Wijlen George Floyd heeft onbewust een wereldwijde stem gegeven aan de onderdrukten. We zijn getuige van het schrijven van geschiedenis: van het massaal opstaan tegen racisme en kolonialisme, maar helaas ook van het zich krampachtig vastklampen aan de laatste koloniale strohalmen. Het is hoog tijd dat de koloniale geschiedenis van Nederland op een eerlijke wijze onderwezen wordt, met ruimte voor meerdere perspectieven, niet enkel die van de ex-kolonisator. Die is lang genoeg aan het woord geweest. 

Op de sokkel van JP Coen hoort een fris, nieuw standbeeld te staan dat past bij deze tijd. Een beeld dat symbool staat voor vrijheid, bevrijding van kolonialisme, voor erkenning van de verzwegen geschiedenis. 

"Hier stond ooit J.P. Coen,
'Held' met bebloed blazoen
Na ruim vier eeuwen slavernij
Is Nederland nu eind'lijk vrij"


©Anneke van de Casteele




zondag 24 mei 2020

De Pimpel Blues

Ik heb vandaag de Pimpel Blues. Gisteren hebben onze elf (!) Pimpelbaby's na drie weken hun nestkastje in onze tuin verlaten. We waren hun gekwetter zo gewend... Elke ochtend waren Pa en Ma Pimpel al voor dag en dauw in touw om alle hongerige snaveltjes te voeden. Gisteren vlogen ze uit, de wijde wereld in. Het was een voorrecht om getuige te mogen zijn van dit mini-wondertje. Met alle lof voor Pa en Ma Pimpel, die samen toch maar even een heel elftal hebben opgevoed!

© Anneke van de Casteele



maandag 4 mei 2020

Bevrijding

Als je maandenlang dagelijks overspoeld wordt door bevrijdingsspotjes, bevrijdingsjournaals en al dan niet gepimpte nationale saamhorigheidsliederen op tv en radio, terwijl er in je hart een andere oorlog woedt die stelselmatig door de media wordt genegeerd, dan gaat mijn bevrijdingsfakkel vanzelf uit. En dan schrijf je er een gedicht over.

Het einde van de Tweede Wereldoorlog was niet op 5 mei 1945, hoe vaak de media het ook als een mantra blijven herhalen. Aan de andere kant van het koninkrijk was het nog ruim drie maanden volop oorlog. En daarna ontketende Nederland er een volgende. Mijn gedoofde fakkel verkeert op 5 mei in het goede gezelschap van mijn uitgeschakelde tv. Ieder z'n feestje. 

©Anneke van de Casteele



maandag 9 maart 2020

Euforie (of nie)

Een essay over 75 jaar vrijheid

Het vrijheidsgeluid gonst al geruime tijd oorverdovend rond in vrijwel alle media. Je kunt er niet omheen. Zwart-wit beelden van met vlaggetjes wapperende, juichende mensen langs passerende tanks, foto's van breed lachende soldaten, blije bakvissen en verlegen kindersnoetjes. Het zijn beelden die getuigen van euforie na vijf jaar ellende. Ellende die voor Joden, Roma, Sinti, zieken, gehandicapten en bejaarden later aanzienlijk groter bleek te zijn. Het is ellende waarvan al die blije Hollandse gezichten op het moment dat ze op film werden vastgelegd nog geen weet hadden. Media, censuur en propaganda: a deadly combination, fake news avant la lettre. 

Grote afwezige in de media is tot nu toe de Tweede Wereldoorlog 'aan de overkant', die voormalig Nederlands-Indië in zijn greep hield. Media focussen voornamelijk op de dekolonisatieoorlog, maar die kwam toch echt pas nadat de capitulatie van Japan een feit was, waarmee officieel een einde aan de Tweede Wereldoorlog kwam. Oorlog is oorlog, of niet? Kunnen we als nazaten van de voormalige kolonie wel 'vrijheid' vieren?

De overkant
Van euforie was aan 'de overkant' van het koninkrijk, in Nederlands-Indië, geen sprake. In Zuidoost-Azië ging men nog gebukt onder Hitlers bondgenoot Japan. De datum 5 mei 1945 was niet anders dan die van de drie voorgaande jaren. Terwijl het bevrijdingsfeest in Nederland losbarstte, zaten landgenoten in Nederlands-Indië nog steeds gevangen in concentratiekampen, verspreid over de Indische archipel en de rest van Azië. Onder erbarmelijke omstandigheden moest men proberen ziekte en mishandeling te overleven. Was je erin geslaagd buiten de kampen te blijven, dan was je je leven ook niet zeker. Nee, euforie was niet aan de orde.

Ook niet toen Japan capituleerde op 15 augustus 1945. Twee dagen later proclameerde Soekarno onder druk van jonge onafhankelijkheidsstrijders de republiek Indonesië. Euforie? Ehm, nee, wel Bersiap! Een ware volkswoede brak uit die zich met name richtte op Indo's, Molukkers, Chinezen en andere etnische groepen. De bersiap mondde uit in slachtpartijen op duizenden mannen, vrouwen en kinderen. Deze gruwelijke periode is bij het gros van de Nederlanders onbekend. Het onderwijs laat qua koloniale geschiedenis helaas veel te wensen over. Het is dan ook hoog tijd dat het curriculum wordt aangepast. We kunnen ons beter op eerlijker onderwijs concentreren, in plaats van met elkaars egootjes en plein public te bakkeleien over vier voorbije eeuwen waar we toch niets meer aan kunnen veranderen zonder teletijdmachine. 

In het verlengde van de Tweede Wereldoorlog
De daaropvolgende jaren werden voorgoed getekend door de slachtoffers van de dekolonisatieoorlog - aan beide zijden, waarbij Nederlands militair ingrijpen uiteindelijk de meeste slachtoffers op het geweten had in een vergeefse poging om het winstgevende paradepaardje van de Nederlandse kolonies te behouden. Nederland boog uiteindelijk in 1949 voor de internationale druk, maar bleef een vinger in de rijstepap van Nieuw-Guinea houden tot 1962. Ook ver na de Tweede Wereldoorlog bleven het roerige, angstige tijden, met name voor degenen die zo lang mogelijk op hun geliefde geboortegrond trachtten te blijven. Dat laatste wordt nogal eens vergeten.

Vrijheid is relatief
Wat vrijheid is voor de één, is dat niet altijd voor de ander. Kolonialisme is nooit goed te praten. NOOIT, met hoofdletters. Het systeem was door en door rot, racistisch en wreed. Elk weldenkend mens die zich in de geschiedenis van de archipel verdiept, ziet dat. Niemand ontkent dat ook. Dat wil echter niet zeggen dat elk mens dat in zo'n systeem geboren werd automatisch ook rot was. Het is wel heel erg gemakkelijk en kortzichtig om iedereen over dezelfde koloniale kam te scheren. Je kunt niet bepalen in welk land of gezin je geboren wordt. Je kunt niet je eigen etniciteit bepalen. Het is daarom volslagen idioot om een hele bevolkingsgroep weg te zetten als hoofdschuldige aan het systeem of als verrader. De hoofdschuldigen van het koloniale systeem zetelden toch echt in het verre Nederland en in de Nederlandse toplaag van het Nederlands-Indisch gouvernement. Wat je zelf nog enigszins kunt bepalen is hoe je je opstelt binnen het systeem waarin je bent geboren en getogen, of liever: wat voor mens je in essentie bent. Niet elke Europese wieg in Indië bevatte een meedogenloze slavendrijver, net zo min als dat elk Indonesisch gezin een moedige vrijheidsstrijder voortbracht of dat elk Japans kind standaard een kampbeul werd.

Dit jaar staat in het teken van 75 jaar vrijheid: 1945 markeert het einde van de bezetting van het koninkrijk. We vieren het einde van de Tweede Wereldoorlog, hoewel de media tot nu toe nauwelijks oog hebben voor de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. De nadruk ligt op de bezetting van Nederland door de Duitsers. We zijn het gewend. En als een verdwaalde krant of talkshow er onverhoopt aandacht aan besteedt, wordt er verontschuldigend en vanuit een politiek correcte mea culpa drang van alles bijgehaald dat afleidt van die Tweede Wereldoorlog: van VOC tot Tempo doeloe. Het past bij de beginnersfout van met name derde generatie Indo's (en een handjevol van de tweede) die op zoek gaan naar hun roots of zich er in verdiepen, zich dan een hoedje schrikken van de inktzwarte koloniale geschiedenis en die vervolgens een standpunt zoeken waarmee ze zich veilig aan de 'goede' kant van de geschiedenis willen profileren. Sommigen slaan daar volledig in door. Het kiezen van één kant betekent vaak dat alleen die kant goed is en de andere kant wordt aangevallen. Iedereen wil hetzelfde wiel tot vervelens toe opnieuw uitvinden. Het zet geen zoden aan de dijk. Er zitten altijd meerdere kanten aan een verhaal. Dat heet nuance.

'Niet elke Europese wieg in Indië bevatte een meedogenloze slavendrijver, net zo min als dat elk Indonesisch gezin een moedige vrijheidsstrijder voortbracht of dat elk Japans kind standaard een kampbeul werd.' 

Indisch
Wie zich beperkt tot één kant van de geschiedenis, heeft een eenzijdig beeld ervan en doet zichzelf tekort. Je gaat daarmee voorbij aan je eigen geschiedenis en die van de mensen die jou hebben voortgebracht, Europees én Indonesisch. Dat er Indo's zijn die zichzelf niet 'Indisch' willen noemen omdat die term 'koloniaal' zou zijn, is treurig. De oorsprong kan stammen uit een koloniaal verleden waarmee je niet geassocieerd wilt worden. Dat betekent echter niet dat door het mijden van de term 'Indisch' het koloniale deel van je geschiedenis er ineens niet meer is. Door eenzijdig naar de geschiedenis te kijken, zet je jezelf bij voorbaat buitenspel.

Je bent in de eerste plaats natuurlijk gewoon mens, aardbewoner. 'Indisch' is een toegevoegde waarde. Het betekent niet dat je het racistische koloniale systeem van toen niet afkeurt, integendeel. Het getuigt van zelfrespect. Respect voor je afkomst, voor de vechters die ervoor gezorgd hebben dat jij bestaat. 'Indisch' is juist iets om trots op te zijn. Het zegt in een notendop dat je afstamt van moedige vrouwen en mannen die de zwaarst denkbare tegenslagen hebben doorstaan. Het zijn onze (voor)ouders die zich staande moesten houden in een wereld van racisme en apartheid. Het zijn de mensen die Jappenkampen al dan niet hebben overleefd, die eigenlijk twee opeenvolgende oorlogen hebben doorstaan, om vervolgens hier in Nederland 75 jaar lang de underdog te zijn. Het zijn sterke mensen geweest, generatie op generatie. Als er dan toch zo nodig een labeltje op moet, dan draag ik het met trots en respect.

Oorlog, handelsgeest en media
Het eindeloos uitvinden van het wiel in de media leidt af van waar het dit jaar om gaat. En dat komt de Staat prima uit, want de zorgvuldig gevulde doofpotjes waar 'Indisch rechtsherstel' op staat, hoeven dan niet open. De Japanse bezetting wordt door nota bene Indo's zelf naar de achtergrond verdrongen als ze in de media eindelijk even een podium krijgen, terwijl Nederland juist een chronisch gebrek aan kennis hierover heeft (niet in de laatste plaats dankzij het onderwijs). Onwetende kijkers en lezers blijven achter met een totaal vertekend beeld. Die hele kolonialisme discussie is bijvoorbeeld in 2002 ook al uitgebreid gevoerd, toen 400 jaar VOC werd herdacht. Maar ook in 1995, toen 50 jaar vrijheid c.q. Indonesische onafhankelijkheid werd herdacht. En net als in 1860 toen Multatuli wakker werd. Het is prima om niet in slaap te dommelen en om een en ander nogmaals onder de loep te nemen, maar het gaat dit jaar voornamelijk over een ander onderwerp.

Speel de media niet in de kaart om de aandacht af te leiden van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië en het daaruit voortvloeiende uitgebleven rechtsherstel van de Indische gemeenschap*. Het afleiden van het oorlogsleed van de Japanse bezetting is een vrijbrief voor de Staat om haar verantwoordelijkheid te blijven ontlopen - en niet te hoeven uitbetalen wat zij de Indische gemeenschap al 75 jaar schuldig is. Ook daarom is het woord 'Indisch' belangrijk. 

Hoe dan met Japan?
Focus op de Tweede Wereldoorlog, als je durft. Heb liever eindelijk eens het lef om in het kader van 75 jaar vrijheid écht over de oorlog in de Oost, die bij de rest van Nederland volslagen onbekend is, te praten. Bespreek de gruwelen van de Jappenkampen, benoem het Japanse systeem van dwangprostitutie eens of kaart het hardnekkig blijven ontkennen door Japan van haar oorlogsmisdaden aan. Laat lezers en kijkers voor eens en voor altijd weten hoe de oorlog dáár is geweest.  Zodat we de betekenis van 15 augustus niet tot in den treure hoeven uit te leggen.

Heb het er liever eens over hoe voor Nederland de handelsrelatie met Japan al 75 jaar prevaleert boven het oorlogsleed van de Indische gemeenschap, met als meest recent voorbeeld de schaamteloze verkoop van het Nederlandse Eneco aan Mitsubishi, het Japanse bedrijf dat ook Nederlandse krijgsgevangenen slavenarbeid liet verrichten. Excuses worden een voorzichtige, vrijblijvende suggestie voor de Japanse multinational in plaats van de verkoopvoorwaarde die het eigenlijk had moeten zijn. Compensatie is niet eens in beeld. Zonder de protesten uit Indische hoek was er niet eens een voorzichtige suggestie geweest.

Alles voor de handel. Als de Olympische Spelen straks in Tokio van start gaan, roepen we allemaal vrolijk dat sport verbroedert en vergeten we voor het gemak even hoeveel miljard dat evenement voor alle betrokken partijen oplevert (naast een imago boost voor het gastland). 

We sluiten dan ook meteen maar de ogen voor de controversiële Japanse 'Rijzende zon' vlag die straks ondanks alle kritiek gehesen gaat worden. Van 1870 tot 1954 was dit de officiële vlag van het keizerlijke Japanse leger. Tegenwoordig is het de favoriete vlag van ultrarechts Japan. De vlag staat symbool voor het oorlogsleed dat Japan miljoenen mensen heeft berokkend. Maar het gaat om de sport, hoor, vooral niet om geld of politiek.

Indonesië
Een handelsrelatie bestaat ook met Indonesië. Wie durft tijdens een staatsbezoek annex handelsmissie in Indonesië te informeren naar de verdwenen scheepswrakken van de Slag in de Javazee? Dat zijn officieel Nederlandse oorlogsgraven die een volgens internationaal recht beschermde status genieten. Maar ze zijn wél weg, illegaal geborgen en verkocht als oud schroot. De Indonesische autoriteiten verleenden bergingsvergunningen die ze officieel niet mochten geven. Handelspartner Indonesië gaat het niet leuk vinden als je haar daarover aan de tand voelt. En dat willen we niet. Vermijd dus ook vooral de woorden 'bersiap', 'RMS' en 'Papua', want dat schaadt ongetwijfeld de handelsrelatie (of het geïdealiseerde beeld van het land Indonesië dat sommigen verwarren met het regime, maar dit terzijde).

Blinde vlek
Zo zijn er verschillende kwesties die na de oorlog nooit naar behoren zijn opgelost. De grote blinde vlek in discussies is steeds de onaantastbare handelsgeest van Nederland, die nog steeds rondspookt om de kinderen en kleinkinderen van de voormalige kolonie tegen elkaar uit te spelen. En hoe 'woke' je ook pretendeert te zijn, zoals dat tegenwoordig zo trendy heet, je trapt er keihard in zodra je je eigen afkomst aan de wilgen hangt. Of je het leuk vindt of niet, we hebben allemaal ook Nederlandse of andere Europese voorouders. En de lachende derde die toekijkt hoe verdeeld de Indische gemeenschap is? Juist. 

'De onaantastbare handelsgeest van Nederland spookt nog steeds rond om de kinderen en kleinkinderen van de voormalige kolonie tegen elkaar uit te spelen.'

Ieder z'n feestje
Onze families kenden geen euforie van een bevrijdingsfeest, maar rolden van de ene ellende in een andere. En 15 augustus dan, de dag dat de Japanse bezetter capituleerde, is dat dan geen reden voor een Indisch bevrijdingsfeest? Nou, voor 'ons' is dat meer een dodenherdenking, geen feest. In Indonesië vieren ze hun onafhankelijkheid op 17 augustus. Terechte euforie. Ik gun ieder z'n feestje ook al is het niet het mijne, zowel Nederland als Indonesië. Maar ik hoef er niet zo nodig bij te zijn, dat is ook vrijheid. 

Nederland heeft 75 jaar lang de openstaande schuld aan de Indische gemeenschap genegeerd, waardoor er ook in 2020 niet écht vrijheid gevierd kan worden door Indisch Nederland. Geen excuses, geen rechtsherstel, geen compensatie voor oorlogsschade, enkel 75 jaar struisvogelpolitiek van opeenvolgende kabinetten, met het heilige winstoogmerk nog immer hoog in het vaandel. Want stel je voor dat de Staat daadwerkelijk alles waar die Indo's recht op hebben zou moeten terugbetalen... Poeh poeh, dat zou een aardige duit gaan kosten. Dat kunnen we niet hebben. Dan maar hier en daar in het kader van 'collectieve erkenning' een afkoopsommetje uitdelen, liefst met een irreële peildatum, dat is goedkoper. En verder elke kwestie doodzwijgen. Je komt er tenslotte minstens 75 jaar mee weg. Tel uit je winst.

Vrijheid
De nasleep van de Tweede Wereldoorlog is voor een groot deel van de Indische gemeenschap nog altijd pijnlijk voelbaar. Juist in 2020, waarin 5 mei het stralende middelpunt is en 15 augustus enkel betekenis heeft voor degenen met roots in het voormalig Nederlands-Indië. Zolang de Indische en Molukse kwestie niet wordt opgelost, rest velen dit jaar slechts het gedenken van 75 jaar voortdurende krijgsgevangenschap van ouders en grootouders. 'Vrijheid vieren' blijft dan voor ons 'herdenken'. 

©Anneke van de Casteele



*Indische gemeenschap omvat alle etniciteiten die in de voormalige kolonie aanwezig waren, dus niet alleen Indo's, maar ook Molukkers, Chinezen, Papoea's, Menadonezen, Toegoenezen en vele anderen.

Sigajang Laleng Lipa (ook wel Sitobo Lalang Lipa), Buginees ritueel gevecht uit Zuid-Sulawesi. Beide strijders worden in één sarong gehuld, waarbij een gevecht op leven en dood volgt. Het is het laatste redmiddel om een conflict op te lossen. De uitkomst is allesbepalend: één van beiden kan het overleven, of allebei. De kans bestaat ook dat beide strijders sterven. Na het duel wordt het conflict 'gearchiveerd' en behoort het voorgoed tot het verleden: men mag dus ook geen wrok koesteren. De sarong is een symbool van eenheid in de Bugis cultuur. De essentie in dit rituele gevecht is zelfrespect. Als men geen zelfrespect heeft, wordt men niet als mens beschouwd. Zelfrespect is belangrijker dan het leven zelf.